T.
Terrorisme
De dreiging van terrorisme is reëel aanwezig in de Nederlandse samenleving. De PvdJ wil naast hard optreden tegen fundamentalisten, onze bondgenoten koesteren. Dat is de overgrote meerderheid van de moslims in Nederland. Het kabinet Balkenende 3 heeft door polarisatie deze groep van zich vervreemd en de kans op radicalisering alleen maar groter gemaakt. Ook onze internationale politiek moet gericht zijn op voorkomen van het ontstaan van terroristische cellen.
Radicalisering onder met name islamitische jongeren moet worden bestreden door deze jongeren weerbaar te maken tegen radicale invloeden. Gebrekkige integratie is geen oorzaak van terrorisme, maar snellere integratie is wel onderdeel van de oplossing. Dat veronderstelt ook dat we veel actiever optreden tegen discriminatie, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt, en dat we een perspectief op een hoopvol bestaan bieden.
Wat zijn onze oplossingen:
- Trainen van docenten bij het signaleren en tegengaan van radicalisering
- Onderzocht moet worden of mensen die niet als Nederlander zijn geboren en die door de strafrechter veroordeeld zijn voor terroristische daden het Nederlanderschap kan worden ontnomen.
- Versterking van de inlichtingendiensten, een betere uitrusting van de politie en een veel effectievere samenwerking.
- Het terrorisme stoort zich niet aan grenzen. Daarom is Europese samenwerking in de aanpak ervan noodzakelijk. Het werk en de bevoegdheden van de EU terrorismecoördinator worden kritisch geëvalueerd.
- De PvdJ draagt eraan bij dat Europa ter bevordering van de vrede het gesprek aangaat en/of in gesprek blijft met alle relevante politieke bewegingen in het Midden-Oosten. Tegen het gebruik van terroristische middelen, in het bijzonder aanslagen waarbij burgerdoelen worden gekozen, moet met maximale kracht stelling worden genomen.
Toetreding Turkije
De PvdJ vindt dat Turkije op termijn lid kan worden van de EU, maar dan moet het land wel aan alle politieke, sociale en economische voorwaarden voldoen. Verdere uitbreiding van de EU op termijn is goed voor Nederland en goed voor de veiligheid en stabiliteit in ons deel van de wereld. Maar er kan geen sprake van uitbreiding zijn zonder dat de EU zelf hervormd wordt, onder meer op het gebied van landbouwsubsidies, structuurfondsen, alleen dát Europees regelen wat Europees geregeld moet worden en een eerlijke verdeling van de lasten tussen de lidstaten.